Kom kijken naar Camilo's work-in-progress gebaseerd op salsa-bewegingen en een bijdrage aan het archief van de Afrikaanse diaspora.
Het idee voor VAIVÉN ontstond uit de salsa basispas: één voet gaat naar voren en komt terug, de andere gaat naar achteren en doet hetzelfde, één voet gaat naar rechts en komt terug, de andere gaat naar links en doet hetzelfde. Het schommelen van de voeten maakt je hele lichaam los en brengt je in een roes waarin je tegelijkertijd in verschillende momenten lijkt te zijn.
Salsa was vooral in Latijns-Amerika erg belangrijk tussen 1960 en 1980. Camilo herinnert zich zijn eerste passen in de living van zijn tante Luz Dary. Met VAIVÉN wil hij bijdragen aan het archiveren van de Afrikaanse diaspora-ervaring.
Camilo Mejía is een Brusselse multidisciplinaire kunstenaar, geboren in Cali, Colombia, waar hij het grootste deel van zijn kindertijd en puberteit doorbracht. Hij was voortdurend in contact met dans en muziek zonder het op institutionele wijze te beoefenen, tot hij op 21-jarige leeftijd besloot een dansopleiding te volgen in Barcelona.
Zijn interesse in improvisatie en performance leidde hem naar de Salzburg Experimental Academy of Dance (SEAD). In zijn laatste studiejaar werd hij uitgenodigd om op te treden in “Sounds of Trap”, een productie van SEAD's Bodhi Project Company en choreografe Cecilia Bengolea. Hij nam ook deel aan de Salzburg Opera Festival productie van “L'incoronazione di Poppea”, geregisseerd door Jan Lauwers, die Camilo uitnodigde om zich bij Needcompany aan te sluiten. Camilo deed mee aan verschillende producties met Needcompany, waaronder “War and Turpentine”, “Isabella's Room”, “All that good en PIE (Probabilities of Independent Events)”. In 2020 nam hij deel aan The Sadness, geregisseerd door Ula Sickle, dat hetzelfde jaar in de Beursschouwburg te zien was. Camilo speelde ook in “Draconis Lacrimae”, een werk van Pablo Lilienfeld en Federico Vladimir, en in “OUTWALKERS” van Moya Michael in het seizoen 2021-22. Samen met Cherish Menzo creëerde hij in 2022 “D̶A̶R̶K̶MATTER” in de Beursschouwburg.
