De Beursschouwburg ken ik als een theaterhuis met een boeiende, soms zelfs revolutionaire geschiedenis. Altijd avant-garde. Bewust van zijn taak om nieuwe kunstvormen te presenteren. Sedert de oprichting in 1965 hebben pioniers van theater, dans, muziek en beeldende kunst dit toekomstgerichte huis mee vorm gegeven. Uit de beginjaren herinner ik mij het Brussels Kamertoneel en vooral Toneel Vandaag van Rudi Van Vlaenderen en Bert Struys. Mei ’68. In Parijs betoogden studenten voor meer solidariteit en democratie. Ook aan onze universiteiten kwamen de studenten in opstand tegen een vermolmde maatschappij. In de Beursschouwburg zocht de Werkgemeenschap naar een nieuw en geëngageerd theater, naar een nieuwe manier van omgaan met het publiek ook. Ik voelde me sterk aangesproken. Ik werd ook zeer bekoord door de opgang van de kleinkunst met KoR van der Goten als voorloper, met Miel Cools, Jan De Wilde, Miek en Roel en vele anderen. Ik werd in 1973 diep getroffen door de progressieve politieke boodschap van de Internationale Nieuwe Scène die in de repetitiezaal van de Munt een fenomenale start nam met Mistero Buffo.
Mijn contacten met Rudi van Vlaenderen, Dries Wieme en vooral Fons Van Impe waren voor mij, als jong politicus, inspirerend. Later, in 1977, waren Erik Van Lerberghe en Ivo Goris, beiden goed bekend bij de Beurs, uitstekende medewerkers op mijn kabinet en ook goede vrienden. Samen hebben we twee jaar lang, dag en nacht, geijverd voor de uitstraling van de Nederlandse cultuur in Brussel. In die periode kon ik de Ancienne Belgique aankopen voor de Vlaamse Gemeenschap.
De bezetting van Hôtel Central, mee gestuurd vanuit de Beurs, blijft in mijn geheugen gegrift. De actie dwong bewondering af. De opstand tegen de bouwpromotoren die het hart van Brussel onleefbaar dreigden te maken, is evenzeer een uiting van de vernieuwingsdrang die eigen is aan de Beursschouwburg.
Vic Anciaux, politicus, gewezen staatssecretaris van de Belgische en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering