“Zichtbaarheid is niet genoeg.”

IN GESPREK MET TASHWEESH CURATOR ICHRAF NASRI

interview

Het was tijdens Tashweesh 2022 dat kunstenaar-curator Ichraf Nasri en dichter-onderzoeker-performer Selim-a Atallah Chettaoui elkaar voor het eerst ontmoetten. Ichraf had een open podium georganiseerd en Selim-a kwam er poëzie voordragen. Het bleek het begin van een hechte vriendschap.

In dit interview, dat zich uitstrekt van Brussel over Parijs tot Tunis, hebben Ichraf en Selim-a het over de thema’s die aan bod komen in deze editie van Tashweesh, over hoe we nauwkeurig kunnen spreken over al deze intieme en complexe onderwerpen, en over hoe we onzichtbaar gemaakte artiesten maar vooral hun strijd (opnieuw) op de voorgrond kunnen plaatsen.

SA: Je omschrijft jezelf als feministische, dekoloniale en antiracistische kunstenaar en onderzoeker, en dat die kwesties je artistieke en curatoriële praktijken sturen. Hoe ga je tewerk om kunstenaars zichtbaar te maken, die dat niet zijn via de traditionele kanalen?

IN: Zichtbaarheid is niet genoeg. We moeten ook de ideeën, verhalen en strijd van kunstenaars onder de aandacht brengen door de waarde van hun werk te erkennen, verder dan eenmalige evenementen. Mijn doel is niet alleen om ervoor te zorgen dat deze kunstenaars worden gezien, maar ook dat ze worden erkend voor de breedte en relevantie van hun bijdragen aan het huidige culturele landschap. Het gaat dus niet om het creëren van kortstondige zichtbaarheid, maar om het opbouwen van duurzame institutionele legitimiteit voor soms andere manieren van kunst maken.
Daarom steun ik op groepen als Fatsabbats, Mémoire coloniale, het Comité des femmes sans papiers, The kitchen en Tashattot (die ik heb uitgenodigd om de Tashweesh Closing Night te cureren). Ik neem deel aan workshops, ontdek projecten die geworteld zijn in de sociale realiteit en sta in contact met dekoloniale kunstenaars, vooral die van mijn collectief Xeno-. Door gebruik te maken van de rijkdom aan verschillende perspectieven die ik vertrouw, kan ik deze complexe kwesties zo nauwkeurig mogelijk aanpakken.

“Eten biedt de mogelijkheid om na te denken over de verbanden tussen kolonialiteit en ecologie – een zeldzame invalshoek.”

SA: Je artistieke en curatoriële praktijken lijken me nauw met elkaar verbonden. Je werkt momenteel aan Koujina de keuken van de subalternen. Kan je ons vertellen hoe dit onderzoek je curatie voor deze editie van Tashweesh heeft beïnvloed?

IN: In mijn artistiek project Koujina: La Cuisine des Subalternes, onderzoek ik hoe de circulatie van voedsel en culinaire praktijken de postkoloniale sociale orde zowel kan versterken als uitdagen. Ik ben geïnteresseerd in commensaliteit - het delen van maaltijden - als een collectieve, geritualiseerde performance, maar ook als een potentiële strategie van verzet. Eten biedt de mogelijkheid om na te denken over de verbanden tussen kolonialiteit en ecologie – een zeldzame invalshoek. Kolonialiteit is niet alleen een overblijfsel van het kolonialisme; het is een essentiële springplank voor het kapitalisme, dat verlangen en economie met elkaar verbindt ten koste van zogenaamde 'subalterne' bevolkingsgroepen. Door zich te verzetten tegen het uitwissen van hun praktijken, worden de geminoriseerde bevolkingsgroepen echte aandrijvers van sociale en politieke verandering.

Er zijn natuurlijke raakvlakken tussen Koujina en het Tashweesh-project, namelijk de waardering van het SWANA-feministische gedachtegoed en het benadrukken van de kennis van de vrouwen in deze regio. Daarom heb ik ervoor gekozen om me voor deze editie van Tashweesh te richten op land en levensmiddelen. Myriam Bahaffou opent het festival met een lezing over voedselrechtvaardigheid vanuit een ecofeministisch, antispeciesistisch en dekoloniaal perspectief. Voedsel, samen eten en huiselijkheid worden verkend via verschillende media – tekst, film, performance – en overstijgen zo het alledaagse om de politieke, economische en ecologische kwesties aan te pakken die als een rode draad door de dekoloniale strijd lopen.

“Verzet tegen kolonialisme houdt onvermijdelijk in dat je de afdrukken opspoort van een verleden.”

SA: Verzet tegen kolonialiteit wil vaak zeggen dat je teruggaat naar de sporen van een verleden, van kennis en verhalen die verdwenen zijn, waarvan soms enkel afwezigheid als een soort afdruk overblijft. Heb je soms de indruk dat je te werk gaat op basis van vermoedens en reconstructies? Waardoor laat je je leiden?

IN: Absoluut, je verwoordt het heel goed. Ja, verzet tegen kolonialisme houdt onvermijdelijk in dat je de afdrukken opspoort van een verleden, van kennis en verhalen die zijn gemarginaliseerd, zelfs uitgewist, door koloniale machtsstructuren. Dat werkt trouwens op net dezelfde manier als hoe vrouwen en de kennis die zij produceren uit de geschiedenis wordt gewist. Het blijft vaak gissen en reconstrueren om deze verhalen van verzet weer in elkaar te puzzelen. Koloniale archieven zijn onvolledig en/of bevooroordeeld en weerspiegelen niet de perspectieven van de gekoloniseerden. Daarom moeten we vertrouwen op indirecte bronnen, materiële bewijzen, mondelinge verslagen, om te proberen onze verborgen verhalen herop te bouwen.

Wat me leidt bij dit reconstructiewerk is een inspiratie die voortkomt uit dekoloniale epistemologieën. In plaats van te zoeken naar een definitieve historische waarheid, is het de bedoeling om onderdrukte perspectieven te belichten en het verzet een stem te geven. Zo ook in de Tashweesh expo "Les Graines Portent en Silence la Mémoire des Sources" (“De zaden dragen de herinnering aan de bronnen in stilte”). Wanneer Sarah Risheq archieven bevraagt, stelt ze die niet louter voor als opslagplaatsen van het verleden, maar als levende entiteiten die achtervolgd worden door het gewicht van herinneringen, verdriet en breuken. Of het project van Emily Sarsam en Aziza Gorigi, geïnspireerd door een gesprek met Si Omor, een Tunesische boer die een zadenbank runt om Bishna te herintroduceren, een graansoort die naar Europa werd gebracht en hier gepatenteerd. Deze kunst van het relateren is gebaseerd op oraliteit en creëert protocollen voor de overdracht van kennis, om weerstand te bieden aan de kolonialiteit die deze verhalen marginaliseert. De boodschap is dat deze verzetsverhalen een waarde op zich hebben, die verder gaat dan hun simpele functie van verzet tegen het kolonialisme. Het zijn andere epistemologieën maar even legitiem.

“Land is hier niet simpelweg een biologische entiteit, maar een levende materie.”

SA: De kwesties van land en verzet lijken me essentieel in de manier waarop je deze editie van Tashweesh hebt uitgewerkt. Ligt wat er in Palestina en elders gebeurt ten grondslag aan deze benadering?

IN: Dit idee van land is inderdaad cruciaal in het licht van de genocide in Palestina en elders, waar de strijd voor landbehoud en voedselsoevereiniteit nauw verbonden is met het verzet tegen kolonialisme en onderdrukking. Door deze editie van Tashweesh te verankeren in een concrete benadering die geworteld is in het begrip land - land is hier niet simpelweg een biologische entiteit, maar een levende materie, een voedende bodem voor landbouw en cultuur die het tot woonplaats maken - streef ik ernaar om perspectieven van strijd te belichten die vaak worden verhuld. Het programma van de Tashweesh cinema is gewijd aan Palestijnse kunstenaars, met een reeks films die systemen van onderdrukking en uitbuiting uitdagen door alternatieve manieren van leven voor te stellen.

De aarde is hier een punt waarop deze verschillende dimensies samenkomen, tegelijk materieel en symbolisch. De uitgenodigde kunstenaars en denkers belichamen dit idee. Fatima Ouassak stelt strategieën van ecologisch verzet voor, voor en door de bewoners van volkswijken, in het hart van hun woonplaats. Shanthuru Premkumar verdedigt het perspectief van gemarginaliseerde migrantenbevolkingen, die ontbering hebben ervaren vanwege hun sociale klasse en die zich daarom niet identificeren met het ideaal van “minder hebben” – terwijl net dat centraal staat in het dominante duurzaamheidsdenken, dat elke connectie kwijt is met de opeenvolgende geschiedenissen van verlies en onteigening, die de meest gemarginaliseerden hebben meegemaakt.

“Door cis-mannen op te nemen in een ecofeministisch programma benadruk ik dat de strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid niet alleen op vrouwen rust, maar de inzet van alle genders vereist.”

SA: Je hebt besloten om in je programmering ruimte te geven aan cis-mannen. Dat wijkt af van wat je met je vorige projecten hebt nagestreefd, en van de programmering die Tashweesh gewoonlijk voorstelt. Hoe ben je tot deze keuze gekomen?

IN: Ja, daar heb ik lang over nagedacht. Een paar jaar geleden was ik categorisch tegen het idee. Maar Bell Hooks heeft het over de noodzaak van collectieve verantwoordelijkheid in de strijd tegen onderdrukking. Door cis-mannen op te nemen in een ecofeministisch programma benadruk ik dat de strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid niet alleen op vrouwen rust, maar de inzet van alle genders vereist. Dit versterkt het idee dat dekolonisatie een kwestie is die de hele samenleving aangaat en waarvoor iedereen een verantwoordelijkheid heeft. Badi Rezzaks performance Stadium by the Dunes verkent de verbanden tussen mannelijkheid, territorium en ecologie. Hij stelt zich een vernieuwde, gedekoloniseerde mannelijkheid voor en herdefinieert kracht niet als een daad van macht, maar als een engagement voor al wat leeft. De poëzie van Tarik Hamdan gaat over zijn dagelijkse leven als ontheemde Palestijn die van veraf blijft lijden onder het geweld dat zijn volk wordt aangedaan. De bijdragen van cis-mannen leken me dus een aanvulling op de feministische en raciale stemmen, wanneer ze ervoor attent blijven om de specifieke strijd van vrouwen en genderminderheden niet te overschaduwen.

Ichraf Nasri, kunstenaar en curator van Tunesische en Algerijnse origine, werkt tussen Tunis en Brussel. Geïntrigeerd door sociale regels, gewoontes en rituelen, werkt ze rond kwesties van overheersing, verzet en overdracht. Omdat samenwerking de kern vormt van haar artistieke praktijk, is curatie een natuurlijk verlengstuk geworden. Zo stelt ze de westerse en patriarchale hegemonie in de productie en verspreiding van kennis in vraag. Haar werk neemt de vorm aan van installaties die zowel geschiedenis als antropologie onderzoeken en waarin sculptuur, fotografie, schrijven, video en geluid samenkomen. Ichraf Nasri richtte in 2019 het nomadische en intersectionele kunstenplatform Xeno_ op. Daarmee organiseerde ze al meerdere expo’s en activiteiten in Brussel en werkte ook al samen met culturele spelers als Fame Festival, Centrale Brussel, Komplot, Bozar, KANAL en, nu voor de tweede keer, Tashweesh.

foto © Asma Laajimi 

see also
 
Loading...